‘Give a Child a Family’ is een bijzonder project in Zuid-Afrika

18 juni 2020
‘Give a Child a Family’ is een bijzonder project in Zuid-Afrika

‘Het is bijzonder om te zien dat de vooral jonge kinderen zo liefdevol worden opgevangen en worden verzorgd. En dat voor hen weer een familie wordt gezocht’. Dit is een van de mooie ervaringen die Henk en Aline Oudwater-Vis en Krijn en Carin van der Spijk-Kralt onlangs met eigen ogen hebben gezien bij het project ‘Give a Child a Family’, in Margate Zuid-Afrika. Dankbaar is het viertal dat de diaconie van PKN Rijnsburg zich met een mooi bedrag aan dit project heeft verbonden.

Ze zijn nog maar twee maanden terug uit Zuid-Afrika als ze enthousiast over dit project vertellen.

Hoe zijn jullie met ‘Give a Child a Family’ (GCF) in contact gekomen?

Krijn vertelt: ‘Gert en Corrie Zandbergen zijn al zo’n 20 jaar bij dit project betrokken. Gert was vroeger mijn buurman. Over dit project heeft Carin hen twee keer geïnterviewd. Deze zomer hoorden we dat Gert ziek was en hebben we hem een bezoek gebracht. Wij zochten nog altijd een ‘project’ waar we samen mee aan de slag konden en van het een kwam het ander. Eind oktober kwam Monica Woodhouse, oprichter en directeur van GCF Zuid-Afrika, in Nederland en zijn de eerste contacten gelegd’.

Ook Henk kende het project. ‘Ik ken Gert van de tijd dat ik bij gebroeders Zandbergen werkte. In 2001 ging hij al voor dit project naar Zuid-Afrika en vertelde er altijd over. Ik spreek Gert nog regelmatig en wilde altijd al naar Zuid-Afrika gaan om dit project te bezoeken. Samen met Aline is dat is er nu van gekomen’, vertelt Henk.

Wat houdt het project precies in?

De drive van de organisatie is dat elk kind recht heeft op iemand die om hem of haar geeft. In Afrika is het voor veel kinderen niet vanzelfsprekend dat zij opgroeien in een veilige omgeving binnen een liefdevol gezin of bij iemand die hen zorg en aandacht geeft. Sinds 1992 zet ‘Give a Child a Family’ zich in voor kinderen die hun ouders verloren hebben, kinderen die achtergelaten of verstoten zijn of die thuis niet de zorg en veiligheid kunnen krijgen die ze nodig hebben. De hulp die geboden wordt is gericht op ‘Family Based Care’. Kinderen horen niet in een kindertehuis op te groeien, maar in een veilig en liefdevol gezin. De kinderen die bij ‘Give a Child a Family’ komen, worden tijdelijk opgevangen in het Child Care Center. Hier krijgen zij de zorg die zij nodig hebben en onderwijs totdat de kinderen herenigd kunnen worden met hun eigen familie of in een pleeggezin terecht kunnen. Pleegouders worden gescreend en toegerust en na adoptie nog een aantal jaren gemonitord en getraind door GCF. Een kind is gemiddeld acht tot twaalf maanden in het opvangtehuis. Het gaat om circa zeventig kinderen die jaarlijks een plek vinden in een gezin of familie. Naast deze kerntaak is GCF ook druk bezig met het uitzetten van dit beproefde programma in andere delen van Afrika met veel aandacht voor training en coaching. Verder maakt GCF zich, samen met Unicef, sterk voor de kinderrechten in Afrika’.

Hoe was het om dit project met eigen ogen te zien?

’Het was bijzonder om te zien dat alles goed en professioneel functioneerde’, vertelt Henk. ‘Ook was het fijn dat Gert en Corrie hierbij waren en zij ons ook veel over het project en de mensen konden laten zien’, vult Carin aan. Voor Aline voelde het ook goed: ‘Tot nu toe was het voor mij een verhaal over een goed doel uit een folder. Vooral tijdens het bezoek aan het project, de ontmoeting met de kinderen, werd mijn hart geraakt. Dan zit er een gezicht achter de verhalen en cijfers. Dan komt het ineens heel dichtbij. Tegelijkertijd was ik onder de indruk hoe goed alles in elkaar zit. GCF is meer dan dat centrum met die kindertjes waar (nog) geen thuissituatie voor is. De organisatie heeft een goede ingang bij de ‘bobo’s’, zodat er fondsen zijn en er samengewerkt kan worden met maatschappelijke instanties. Predikanten ter plaatse worden aangesproken in trainingen en komen tot inzicht bij verkeerde praktijken. Verder zetten ze zich in voor scholing, bewustwording kweken bij vrouwen, jonge moeders, enzovoorts om zo de maatschappij van daaruit te veranderen. De power en het diepgewortelde geloof waarmee Monica Woodhouse en haar medewerkers opereren, vind ik inspirerend.’

Weer thuis in Nederland. Hoe nu verder?

Krijn: ‘De Nederlandse stichting liep op z’n laatste benen. Door het bijeenbrengen van een aantal enthousiaste mensen hopen we de stichting weer nieuw leven in te blazen. Want er is veel geld nodig om GCF Zuid-Afrika continuïteit te bieden. De Zuid-Afrikaanse overheid draagt structureel circa 25 % bij in de kosten van dit particuliere initiatief en de Zweedse zending draagt al meer dan 25 jaar meer dan 35 % bij in de jaarlijkse kosten. Voor de overige 40 % is GCF afhankelijk van giften en donaties. Daar willen wij vanuit Nederland ook een steentje aan bijdragen.’

Aline: ‘Vorig jaar hebben wij de Oude School gekocht in Ameide. Een heerlijke plek waar wij wonen, en een Bed & Breakfast hebben. In een klaslokaal geef ik lessen over Gods Liefde, toerustingen, persoonlijke gesprekken en retraites. Net wat er op mijn pad komt. Dit is mijn missie en ik vraag er geen geld voor. Maar mensen willen soms wel wat geven. Er staat nu een pot voor het goede doel en dat is GCF. Ook wil ik spreekbeurten houden in het land. Daarvoor ben ik een leerzaam en leuk programma aan het schrijven en uitwerken over ‘Familie’ letterlijk, geestelijk … Wat leert de Bijbel erover? Hoe gaan we daar mee om. En ik vertel dan ook kort wat over GCF.’

Het spreekgeld is voor het goede doel en mensen kunnen eventueel ‘donateur’ worden. Ik ben benieuwd of hier ‘markt’ voor is. Ooit op een training bij Otto de Bruijne heb ik geleerd: ‘Ik doe mijn best en God doet de rest!’ Dus als Rijnsburg nog hier of daar een programma in te vullen heeft komende tijd ... Je mag me altijd bellen.’

‘Wij hebben gezien en ervaren dat het werk van GCF structureel door moet blijven gaan. Daar is een vaste geldstroom voor nodig. Het is nu aan ons om het vlammetje wat is gaan branden voor dit doel door te geven.’